Ronde Tafel Sessie: The Future of Heating

In het kader van de energietransitie moeten in 2050 alle woningen en bedrijven duurzaam verwarmd worden. Dus van het gas af. Dat brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Bovendien zijn er nog veel onduidelijkheden over wie de verantwoordelijkheid draagt, de verdeling van kosten, etc. In deze Ronde Tafel Sessie hebben we een aantal experts uit de verwarmingswereld bij elkaar gebracht om te sparren over the future of heating. Wat zijn de trends en ontwikkelingen en hoe kunnen we de grootste verbouwing van naoorlogs Nederland tackelen?

Volgens Wim van Elk van Maxxinno zal infraroodverwarming de komende jaren een hele belangrijke rol gaan spelen in de verwarmingsindustrie. “Infrarood biedt een hoog comfort en verwarmt een ruimte snel en gelijkmatig.” Koen Klooster van Karbonik deelt Wim zijn mening dat de trend inderdaad is ingezet naar elektrisch verwarmen. “We gaan weg van fossiel, maar ook op het gebied van elektrisch verwarmen zijn er steeds meer mogelijkheden.” Jan Willem van der Velde van Viessmann nuanceert het enigszins en zegt: “De all electric gedachte in Nederland is natuurlijk een diplomatieke doelstelling. Het is onmogelijk om heel Nederland elektrisch te gaan verwarmen. Het is een eenzijdige blik op de energiehuishouding. We moeten met het oog op de toekomst kijken naar een duurzame energiemix. Dat wil niet zeggen dat we met aardgas door moeten gaan, maar wel dat je met synthetische gassen of biogassen opgewerkt naar aardgaskwaliteit ook een heel eind kunt komen. En dat in combinatie met elektrische oplossingen.”

Heilige graal
Rick Bruins van Remeha sluit zich volledig aan bij een duurzame energiemix als oplossing voor de toekomst: “Elektrisch verwarmen is slechts een deel van de oplossing, naast biogassen, waterstof, etc. Peter de Bree van Alius Energy voegt eraan toe: “Wil je all electric lucratief maken, komt ook een duurzame manier van energie opwekken om de hoek kijken en dan bij voorkeur lokaal per woning of per wijk via een PV-voorziening. Met een klassieke manier van verwarmen, zoals een laagtemperatuur vloerverwarming of dito radiatoren, kom je nog steeds een heel eind. Zolang je ze maar koppelt aan een duurzame bron, zoals een warmtepomp en warmtebron op het dak.” Jan Verdonck van Jaga plaatst wel een kanttekening: “Duurzame opwekking en duurzame afgifte voor verwarmingsbronnen of koeling lopen niet helemaal synchroon. Het volledig elektrificeren van de gebouwde omgeving resulteert in een gigantische overbelasting van het net, en volledig alles elektrisch verwarmen is qua energiekosten erg duur. ” Peter de Bree antwoordt: “Het is afhankelijk van hoe de opslagvormen worden gedefinieerd. Gas bevindt zich in feite ook in een grote opslagtank in de bodem en pompen we omhoog. Zo zou je bijvoorbeeld ook een grote opslagtank in een wijk of buurt kunnen realiseren waar je warmte opslaat die je overdag opwekt en dan ‘s avonds weer opneemt. Ook opslag kan je op tig verschillende manieren invullen. Dat is juist het leuke aan de probleemstelling; er zijn zoveel mogelijkheden en dat is tegelijk ook een enorme uitdaging.” Opslag is in ieder geval de heilige graal voor de toekomst, in welke vorm dan ook en –wederom– bij voorkeur lokaal, concludeert Koen Klooster.

Verwarring
Had je vijftien jaar geleden te maken met een kapotte ketel, dan was de keuze niet zo moeilijk, schetst Rick Bruins. “Tegenwoordig is er zoveel keuze en is er vooral veel verwarring. Men weet niet zo goed meer wat de (on)mogelijkheden zijn. Dat geldt voor particulieren, voor woningcorporaties, voor installateurs, voor adviseurs. Het gevolg is dat in veel gevallen gewoon een nieuwe gasketel wordt geadviseerd. We moeten proberen om met elkaar die trend van verwarring te doorbreken.” Koen Klooster kan dat onderschrijven en zegt: “Er is dringend behoefte aan voorlichting en advies. Burgers, maar ook professionals weten niet waar ze aan toe zijn. Het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen in Rotterdam is wat dat betreft een goed initiatief, maar er zijn veel meer van dit soort instituten nodig om de markt vooruit te helpen.” Wim van Elk: “Verwarring ontstaat ook doordat er steeds meer nieuwe initiatieven opduiken die van de daken schreeuwen dat ze de beste oplossing in huis hebben. Niet zelden betreffen het zinloze oplossingen.” Koen Klooster: “De markt ontwikkelt zich snel. We hebben een energieprobleem met elkaar en daar zoekt iedereen oplossingen voor. Er wordt inderdaad van alles geroepen en niet iedereen is in staat het kaf van het koren te scheiden.”

Lekkende woningen
Het feit dat nog steeds gasketels worden geïnstalleerd heeft volgens John Vogels van Airconomics ook te maken met de korte doorlooptijden van projecten. “Men kiest daarom vaak maar voor de veilige weg.” Paul de Pont van Speedheat ziet een oplossing in het verhogen van de gasprijs. “Om zo snel mogelijk van het gas af te komen, moet de gasprijs omhoog. Anders blijft de markt maar ketels installeren en staan we over tien jaar nog steeds op hetzelfde niveau als nu.” Jan Willem van der Velde vraagt zich af waarom de gasprijs zou moeten stijgen aangezien het tarief voor elektriciteit toch al zo laag is? Er is al een incentive. We kampen echter met het probleem van lekkende woningen, ook als het gaat om nieuwbouw.” Rick Bruins: “Gas maskeert inderdaad alle fouten die gemaakt worden in de bouw, de woning wordt toch wel warm. En vergeet niet dat gas een relatief schone brandstof is. Natuurlijk, we moeten uiteindelijk van het fossiele gas af, maar we draven in Nederland wel een beetje door.” Volgens Koen Klooster is de van gas los campagne van de overheid vooral een aardbevingsdiscussie. De problemen in Groningen hebben de discussie sterk aangewakkerd.” Jan Willem van der Velde kijkt daarom uit naar BENG. “Het mooie van BENG is dat eerst wordt gekeken naar het energiezuiniger maken van een gebouw en daarna pas naar de invulling van de verwarmingsoplossing.”

Bangmakerij
Duurzaam verwarmen is slechts een deel van de oplossing, stelt John Vogels terecht. “Uiteindelijk wordt koeling en ventilatie steeds belangrijker om een gezond binnenklimaat te kunnen realiseren. De verwarmingsbehoefte neemt als gevolg van steeds hogere isolatie-eisen af. Neemt niet weg dat we aan de vooravond staan van een energieprobleem.” Als we massaal overgaan op elektriciteit hebben we inderdaad een groot probleem, zegt Jurgen Megens van Monarch. “Natuurlijk moeten we van het fossiele gas af. Een belangrijke stap daarin is gezet met het verbod op een gasaansluiting bij nieuwbouwwoningen sinds 1 juli 2018. De grote uitdaging zit hem echter bij de bestaande bebouwing. Het is niet zo eenvoudig om woningen om te zetten. Bovendien, uitgaande van de trias energetica, zou de overheid mensen moeten aansporen om eerst te investeren in isolatie om zodoende de energievraag te verlagen. De overheid maakt met zijn van gas los campagne mensen onnodig bang.” Het grote probleem is de bewoner, meent Peter de Bree. “De mens is een gewoontedier. Je zal bewoners bewust moeten maken van hun gebruik in plaats van iets opdringen. Dat werkt misschien zelfs averechts.” Wim van Elk: “Als ze het voelen in de portemonnee is het doorgaans wel een trigger. Het verhogen van de energieprijs zou een trigger kunnen zijn om aan isolatie te gaan denken.”

Duurzame energiemix 
Jan Willem van der Velde haalt de duurzame energiemix nogmaals aan. “Vandaag zetten we windmolenparken op zee stil als het te hard waait en er geen afname is van elektriciteit. Zonde! Laat ze waterstof maken. De technieken zijn er en er hoeft niet zoveel te gebeuren om het gasnet klaar te maken voor een duurzame energiemix, door bijvoorbeeld aardgas met waterstof te gaan vermengen. Daar vinden nu de eerste proeven mee plaats. We moeten alles insluiten en niets uitsluiten.” Ook Jurgen Megens kan zich daar in vinden en zegt: “Laat de ketel voorlopig maar hangen en zet er een hybride warmtepomp naast. Dat is al een hele goede stap.” Rick Bruins: “Probleem van waterstof vooralsnog is dat het wordt gewonnen uit aardgas. Zodra het door windmolens en zonnepanelen geproduceerd kan worden en opgeslagen (ook dat blijkt technisch mogelijk) hebben we een andere discussie. En als je dat dan mengt met CO2 (dat je uit de lucht haalt) ontstaat synthetisch gas. Dan hoef je niets aan de distributie en gasketels te doen en kun je gewoon stoken, maar zover zijn we nog niet.”

Kredieten
Het grote probleem is volgens Jan Verdonck vandaag de dag niet de techniek, maar de isolatie en de naad- en kierafdichting van de bestaande woningen. En dat is niet voor een paar duizend euro op te lossen. De meeste mensen moeten een keuze maken, al zijn er wel interessante kredietregelingen in het leven geroepen. Een verkoopbaar krediet, uitgesmeerd over dertig jaar.” Marcel Eichhorn van EBD Comfort Systems: “Er ligt zoveel geld op de plank, het wordt er alleen niet vanaf gehaald. Er zijn extreem veel potjes die niet voldoende worden benut. De weg er naar toe blijkt helaas te ingewikkeld, zeker als het gaat om een versnipperde wijk. Overigens kampen we met nóg een uitdaging; een nijpend tekort aan technisch personeel. Als we vandaag beginnen met het gasloos maken van de bestaande woningvoorraad zijn we tot 2050 bezig. En dan mag er geen dakkapel worden gebouwd. Dat is de realiteit.”

Klimaattafel
Wie voert de regie bij het verduurzamen van de bestaande bebouwing? Volgens Peter de Bree wordt vanuit de diplomatieke klimaattafel veel bepaald, maar is het lang niet altijd even realistisch. “De praktijk blijkt in veel gevallen weerbarstiger.” Jan Verdonck: “Dat is ook de reden dat er ieder jaar 400.000 gasketels worden verkocht in Nederland. Ook dit jaar zal dat aantal gewoon worden gehaald.” Marcel Eichhorn: “Als we tot de conclusie komen dat in een specifiek geval een alternatief (nog) niet geschikt is, dan is dat zo. Punt. Maar dat willen we niet horen. Daarom is inderdaad een duurzame energiemix de enige juiste oplossing voor de toekomst.” Jan Willem van der Velde: “De overheid is regievoerder bij nieuwbouw. Bij bestaande bouw is het veel lastiger om een verplicht karakter te stellen. Het kost misschien wel kiezers en leidt tot een ander kabinet bij de volgende termijn.” Rick Bruins: “Het enige instrument dat de overheid in feite heeft, is het verhogen van de accijnzen.”

Meet- en regeltechniek
Voor Koen Klooster is het helder: “We zullen naar wijkgerichte oplossingen moeten evolueren. Als het gaat om PV-panelen is het verstandig om bijvoorbeeld op wijkniveau niet alle panelen in dezelfde richting te plaatsen en ook de ochtend- en avondzon mee te pakken. Dat vraagt om een uitgekiende coördinatie op wijkniveau. Ik voorzie bovendien grote uitdagingen bij gemeentes.” Marcel Eichhorn: “Daar zit inderdaad een enorme uitdaging en tegelijk ook een grote frustratie. Gemeenteambtenaren gaan immers, niet gehinderd door enige kennis van zaken, de visie en het beleid bepalen.” John Vogels ziet grote kansen voor installateurs. “Ongeacht welke kant de technologie opgaat, meet- en regeltechniek wordt in ieder geval steeds belangrijker. Als de basis goed is, kan je quasi elke techniek koppelen.” Volgens Jurgen Megens valt ook daarop nog veel te besparen. “Het aansturen, inregelen en efficiënt functioneren van installaties blijkt in de praktijk vreemd genoeg ook nog een hele uitdaging.” Nederland is bovendien gewend om de verwarming centraal aan te sturen met één thermostaat, stelt Paul de Pont. “Daar moeten we van afstappen. Ook in het gebouw is het belangrijk dat de aansturing lokaal en per ruimte kan plaatsvinden. Vloerverwarming is daar een prettig medium voor.” Dat geldt ook voor alle varianten van elektrische verwarming, vult Wim van Elk aan. “Met elektrische panelen ben je heel snel in staat een ruimte te verwarmen of zelfs een deel van de ruimte, al dan niet op basis van aanwezigheidsdetectie, met sensoren, etc.” Dat onderstreept wederom het belang van de meet- en regeltechniek, resumeert John Vogels.

Snurken
Volgens Marcel Eichhorn hebben we met z’n allen veertig jaar liggen snurken. “Ik heb een poster uit 1984 die destijds op alle MTS-en in Nederland prijkte. Daarop stonden alle technieken waar we het nu over hebben al beschreven, ook de warmtepompen. We hadden echter net de oliecrisis achter de rug en weinig behoefte aan nieuwe technieken. En nu moet het ineens (versneld) geregeld worden. Het geld is er, de techniek is er, maar het ontbreekt aan een gezamenlijke visie.” Jan Verdonck: “En vergeet niet dat bestaande kantoorgebouwen al per 1 januari 2023 minimaal niveau C moeten hebben.” Ik heb hier even zitten rekenen, maar dat kunnen we er niet bij hebben, lacht Marcel Eichhorn. “Anderzijds voor installateurs in de verwarmingsbranche wel positief nieuws. Ze hebben nog tot pakweg 2080 werk genoeg.”