
De Tweede Kamer heeft met een ruime meerderheid ingestemd met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Hiermee komt een einde aan vijftien jaar politieke discussies over dit onderwerp. UNETO-VNI is positief over de kwaliteitsimpuls die uitgaat van het nieuwe stelsel, maar plaatst wel een aantal kanttekeningen.
De kern van de nieuwe wet is dat de controle op de kwaliteit van gerealiseerde woningen niet langer gebeurt door de overheid, maar door private partijen. Dat juicht UNETO-VNI toe. In plaats van een papieren controle vooraf, gaan kwaliteitsborgers de woning of het bouwwerk controleren. De opdrachtgever krijgt zo een bewijs van de gerealiseerde kwaliteit en de bouwer krijgt meer mogelijkheden om processen te optimaliseren.
Keerzijde van het nieuwe stelsel is dat kwaliteitsbewaking, procedures en protocollen extra geld gaan kosten. Bovendien is UNETO-VNI bezorgd dat de angst voor een langere aansprakelijkheid ontaardt in meer bureaucratie. Daarom wil de branchevereniging zo snel mogelijk in gesprek met organisaties van opdrachtgevers en aannemers om de administratieve lastendruk van het nieuwe stelsel zoveel mogelijk te beperken.
Het belangrijkste kritiekpunt van UNETO-VNI is de forse toename van de aansprakelijkheid bij professionele opdrachtgevers. Als zij niet expliciet anders bedingen, geldt aansprakelijkheid tot maar liefst twintig jaar na afronding van het project voor zowel verborgen als zichtbare gebreken. Dat vindt UNETO-VNI buitensporig lang en onnodig.
Er volgen nog wijzigingen op het wetsvoorstel. Op aandringen van de PvdA wordt het opleverdossier uitgebreid tot consumentendossier. Dit betekent dat installateurs meer informatie moeten gaan aanleveren, bijvoorbeeld over dimensionering en onderhoud en beheer van de technische installaties.