Verduurzamingsmaatregelen bestaande bouw schieten tekort

Verduurzamingsmaatregelen voor de bestaande woningvoorraad hebben in de praktijk nauwelijks effect. Die opvallende conclusie trekt de Delftse promovendus Lorraine Murphy in haar proefschrift ‘Policy Instruments to Improve Energy Performance of Existing Owner Occupied Dwellings. Understanding and Insight’. Als we onze klimaatdoelstellingen willen halen, moeten we slimmere beleidsinstrumenten ontwikkelen, stelt ze.

Voor haar onderzoek hield de promovendus een online enquête onder ruim vijfduizend particuliere huiseigenaren. Daaruit bleek dat maatwerkadviezen die veel Nederlanders krijgen voor de verbetering van de energieprestatie van hun woning zelden effectief blijken. Slechts 30 procent van de betrokkenen doet er iets mee.
Volgens Murphy ligt de nadruk in die adviezen te veel op terugverdientijd. “Huiseigenaren zijn veel genuanceerder in hun investeringsbeslissing dan de beleidsinstrumenten doen vermoeden. Wooncomfort, woningwaarde, geluidsreductie en interesse in nieuwe technieken zijn andere factoren die een rol spelen.”

Wat huiseigenaren wel of niet doen met de informatie die ze ontvangen vereist volgens Murphy nader onderzoek. “Dat hun hoge energiegebruik geld kost, kunnen ze moeilijk terugzien. Nederland kent ook geen systeem, zoals momenteel in het Verenigd Koningrijk wordt onderzocht, waarbij woningen met een label F of G extra worden belast. Daarmee ontbreekt een aanvullende stimulans om de eigen woning aan te pakken.”

De promovendus pleit voor minder ‘hapsnap’ subsidieregelingen. In plaats van financiële ondersteuning die binnen korte tijd weer verdwijnt zouden er permanente instrumenten moeten komen voor verbetering van de energie-efficiëntie van (particuliere) woningen. Ook zouden stimuleringsinstrumenten slimmer en verfijnder moeten zijn en meer gericht op het daadwerkelijk energiegebruik: een goed energielabel mag geen vrijbrief zijn voor verkwisten van energie.