
Het is inmiddels welhaast een traditie geworden; in de wintermaanden organiseert Installatie360 steevast een ronde tafel sessie rond het thema verlichting. Ditmaal geen fysieke bijeenkomst, maar een ‘digital meeting’ met verlichtingsexperts, een lichtadviseur en architect over het besef van wat goede verlichting voor een gebouw en gebouwgebruikers kan betekenen.
Hoe is het over het algemeen gesteld met de kwaliteit van de verlichting in gebouwen?
Slecht, klinkt het resoluut. Een mens heeft nu eenmaal veel licht nodig om zijn biologische klok op orde te houden. De norm van 500 lux voor een kantoor(thuis)werkplek is volgens de experts niet genoeg. Ter vergelijking: zelfs als het buiten regent bedraagt de verlichtingssterkte nog altijd een kleine 10.000 lux. Dan is 500 lux op kantoor dat we acceptabel vinden niet meer dan een kaarsje.
Verlichting is een ontzettend ondergeschoven kindje. Het is verbazingwekkend hoeveel technologie en kennis er over verlichting op de markt aanwezig is, waarvan nauwelijks gebruik wordt gemaakt. Een uitzondering daargelaten, zo concludeert de architect aan tafel. Als uiteindelijk de keuze voor verlichting moet worden gemaakt, gaat het vooral over het design, niet over de techniek. Zonde. Het bewustzijn bij opdrachtgevers en ontwikkelaars moet omhoog.
Volgens de experts is het gebrek aan kennis en bewustzijn ook te wijten aan het feit dat er over het algemeen weinig verlichtingsspecialisten bij een project zijn betrokken. Als er al een adviseur op het werk zit, heeft verlichting meestal niet de hoogste prioriteit. Ook installateurs zelf zijn vaak onvoldoende op de hoogte en plaatsen bij voorkeur de bestelling bij één fabrikant. Daar gaat het mis. Gelukkig zijn er adviseurs die licht wel als specialisme hebben aangemerkt binnen hun advieswerk.
Wat zijn de basisvereisten voor kwalitatief hoogwaardige verlichting?
Het begint met een goed lichtontwerp. Dat betekent dat je moet putten uit een gereedschapskist met armaturen om een bepaald effect te genereren. Voor projecten van enige omvang, is het volgens de experts vrijwel onmogelijk om volledig aan de wensen te voldoen met de producten van één fabrikant. Je zal altijd moeten combineren om precies dat lichtbeeld te creëren dat wenselijk is. Zomaar blind bij één partij neerleggen, wat in de praktijk heel vaak gebeurt, levert meestal niet het optimale lichtontwerp.
De experts constateren dat er bij de grotere projecten meestal wel een goed lichtontwerp aan ten grondslag ligt. De uitdaging zit hem vooral bij de kleine(re) projecten die onder de radar blijven en vaak rechtstreeks aan een (MKB-)installateur worden gegund. De experts pleiten voor meer training van installateurs om de kennis op het gebied van verlichting op orde te krijgen.
Vanuit Techniek Nederland is er een Erkenningsregeling in het leven geroepen waar een stukje training aan vast hangt. Een goede zaak om het MKB ervan doordrongen te krijgen hoe belangrijk licht is in een ontwerp. Het is geen sluitpost. Er komt veel meer bij kijken dan leuk een lampje aan de wand of plafond hangen en er hangen ook veel meer gevolgen aan vast, ook naar gezondheid en welzijn toe. Dat moet volgens de experts breder worden uitgedragen in de markt. We moeten over mensen praten, niet over luxwaarden of normen.
Het lichtontwerp is de vertaling van het effect dat je wil bereiken met licht en gaat niet over merk X of Y. Later kan de installateur met die gegevens bij verschillende partijen terecht om te kijken of ze aan de verwachtingen van het lichtontwerp kunnen voldoen. De praktijk is echter weerbarstiger, weet de architect. Er is vaak geen ruimte om dat soort wensen te bespreken, het is al een voldongen feit. Licht is slechts één van de vele uitdagingen waar installateurs voor staan.
Wat zijn de uitdagingen ten aanzien van renovatietoepassingen?
De komende jaren zal er een grootschalige transitie plaatsvinden om alle bestaande gebouwen te verduurzamen, slimmer te maken en van betere verlichting te voorzien. Hier valt nog een grote slag te maken. De oplossingen zijn gewoon voorhanden, weten de experts. Hier ligt ook weer een belangrijke taak voor architecten, adviseurs en installateurs om een gebouweigenaar of huurder te overtuigen van een kwalitatief lichtontwerp.
De ombouw van conventioneel naar LED, daar is iedereen wel van overtuigd. Maar een lichtmanagementsystemen integreren, gekoppeld aan een gebouwbeheersysteem, zodat je het gebouw ‘slimmer’ maakt, is voor velen (nog) een stap te ver. Zeker bij renovatieprojecten. Het biedt wel inzicht in je gebouwgebruik. Zijn de ruimtes in gebruik? Brand de verlichting niet onnodig of op een te hoog niveau? Hoe is het gesteld met de luchtkwaliteit? Enz. Als je een gebouw gaat renoveren, zorg er dan voor dat je er de eerstkomende 25 jaar geen omkijken meer naar hebt.
Al pleiten de experts ook voor verlichtingsconcepten waarin ruimte is voor upgrading. Ontwikkelingen gaan zo hard. Bovendien kun je vandaag de dag niet meer zo ver vooruitkijken. Er is behoefte aan flexibiliteit, zowel qua indeling en gebruik van een gebouw, dus ook qua verlichting. Het mooie is, ook daar zijn volop technieken voor beschikbaar. Technisch kan er al zo veel. Verlichtingsfabrikanten zitten absoluut niet stil. Opnieuw geldt, het moet alleen hoger op de agenda komen.
Op welke manier kunnen we verlichting hoger op de agenda krijgen?
De kwaliteit van de verlichting is afhankelijk van in welk stadium er aandacht aan wordt besteed in een project. Door het thema al vanaf het begin van een ontwerp bespreekbaar te maken en samen met de architect en adviseur te bekijken wat nodig is – in relatie tot de eisen van de gebouwgebruiker – gaat het niveau automatisch omhoog. Verlichting zou feitelijk opgenomen moeten worden in de standaard DNR-STB-takenlijst, opperen de experts. Schakel een lichtadviseur in, bij voorkeur onafhankelijk.
Daarnaast pleiten de experts voor het ‘breder trekken’ van verlichting. Licht is straks niet meer het belangrijkste dat uit een armatuur komt. De verlichtingsinfrastructuur in een gebouw is -zoals al eerder gezegd- bij uitstek geschikt om een pand intelligenter te maken. Dat moeten we over de bühne weten te brengen en dan sla je meerdere vliegen in één klap; je praat dan niet alleen over verlichting, maar ook over aanwezigheidsdetectie en -sturing, het meten van de luchtkwaliteit, enz. Kortom, het verzamelen van allerlei parameters om een gebouw slimmer, functioneler en duurzamer te kunnen maken.
Wat zou een nieuwe onafhankelijke standaard in de markt kunnen worden voor draadloze toepassingen?
De markt is zoekende naar een nieuwe onafhankelijke standaard. Armaturen worden steeds intelligenter en uitgerust met sensoren en aanverwante technieken. Die moeten wel kunnen communiceren. DALI gaat dat niet oplossen en baseert zich uitsluitend op de verlichting. De experts zien wel mogelijkheden, bijvoorbeeld door DALI dusdanig open te stellen dat er cloudbased functionaliteiten aan gekoppeld kunnen worden.
Voor de andere technieken die (straks) in een armatuur worden geïntegreerd zijn andere protocollen vereist. Dataprotocollen. En die zijn er ook draadloos. Door nu een keuze te maken voor een protocol dat geschikt is om (veel) data te kunnen transporteren, hoef je straks alleen maar sensoren te integreren in een armatuur.
Een onafhankelijke standaard gaat er volgens de experts niet komen. Wel is er intussen een belangrijke stap gezet door de samenwerking tussen Bluetooth SIG en DALI om via het zogenaamde ‘Bluetooth Mesh’ bedrade en draadloze installaties met elkaar te laten communiceren. Een mooie eerste stap. Vervolgens is het zaak dat je bestaande installaties ook met nieuwe generatie verlichtingsconcepten moet kunnen gaan combineren.
Wel is het volgens de experts goed om duidelijkheid te verschaffen over wie de eigenaar is van de data die wordt verzameld. Dat blijft nu een beetje boven de markt hangen. Er kan van alles worden gemeten met intelligente armaturen, maar dan? Hier zullen andere partijen op moeten inspringen, vinden de experts. Het is niet de taak van verlichtingsfabrikanten om op die stoel te gaan zitten. Wellicht dat hieruit een nieuwe standaard(en) ontstaat.
Wat zijn de laatste trends en concepten?
Licht als een service, het lijkt toekomstmuziek, maar wordt volgens de experts wel degelijk al toegepast. Men wordt afgerekend op het gebruik van de verlichting. Een interessant concept om enerzijds de kwaliteit te verhogen en anderzijds ook beter om te gaan met thema’s als duurzaamheid en circulariteit. Belangrijk aandachtspunt bij dit financieringsconcept is wel dat de verlichting wordt ontworpen met als doel een zo optimaal lichtplan te creëren voor de klant. Het gevaar schuilt erin, dat er heel functioneel en efficiënt ontworpen wordt om aan de gestelde lichtprestatie-eisen te voldoen. Lichtbeleving en creativiteit kunnen hierdoor naar de achtergrond worden gedrongen.
Er wordt vandaag de dag ongelooflijk veel uit China geïmporteerd en letterlijk op de markt gedumpt. Volgens de experts niet bevorderlijk voor de kwaliteit en circulariteit, terwijl er nu al zoveel meer mogelijkheden zijn om vanuit slimme ontwerpen de volgende stap te kunnen zetten. Denk aan op zijn minst het kunnen wisselen of upgraden van de driver, zonder dat je de gebouweigenaar of huurder verplicht wordt om opnieuw te gaan investeren. De fabrikant heeft hierin een grote rol.
Het volledig dichtsealen van producten en het met geen mogelijkheid kunnen wisselen van componenten, is niet meer van deze tijd, menen de experts. Ook hiervoor moet een goede standaard komen. Het 10R-circulariteitsmodel, ontwikkeld door Prof. dr. Jacqueline Cramer – hoogleraar duurzaam ondernemen en voormalig minister van VROM, biedt goede handvatten voor de ontwikkeling van circulaire verlichtingsconcepten. Andere bouwmaterialen zetten daar wel al serieus op in. Het speelt opnieuw in de kaart voor concepten zoals licht als een service.
Er is al zoveel mogelijk met verlichting, en zelfs dan staan we nog maar aan het begin van wat de toekomst ons zal brengen, verzekeren de experts. Het is nu zaak dat alle kennis en techniek die verlichtingsfabrikanten in armaturen stoppen, ook gedragen en opgepakt wordt door de juiste mensen.
Deelnemers:
Nolly Vos, Powerhouse Company
Ralph van den Berg, Deerns Nederland B.V.
Martijn den Besten, Trilux
Jonathan Visser, Zumtobel
Marcel Kramer, Lumission
Jan Pieter Heimgartner, Ledvance