Gedragscode voor ontwikkeling windparken

Mensen die in de buurt wonen van windmolens, moeten vanaf het begin van ieder windproject kunnen meepraten én de kans krijgen om mee te delen in de opbrengst. Die principes vormen de kern van een nieuwe gedragscode voor de ontwikkeling van windparken op land, die zowel door de branche is ondertekend als door de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW), die kritisch is over windmolens op land.

Ook Milieudefensie, Greenpeace, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieuorganisaties en Energie Samen hebben de afspraken ondertekend. “Windmolens op land zijn nodig om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, maar in de praktijk is dat vaak een hele uitdaging; zowel technisch, financieel als maatschappelijk”, schrijven de organisaties.

Als windmolens worden geplaatst, moeten “alle belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium worden betrokken”, aldus de gedragscode. Bij inpassing van een windpark moet worden gestreefd naar 50 procent lokaal eigendom. De opstellers zien wel in dat het niet altijd lukt om iedereen helemaal tevreden te stellen.