De transitie naar gasloos kent geen eenduidige oplossing. De energiehuishouding in Nederland zal in de toekomst een differentiatie zijn van verschillende voorzieningen. Behalve de ‘bekende’ warmtenetten en warmtepompen is er ook een plek weggelegd voor de bioketel voor de productie van duurzame warmte, zo blijkt uit een studie van CE Delft, een milieuadviesbureau op het gebied van duurzaamheid.
In de volksmond en media wordt de bioketel vaak onterecht vergeleken met een biokachel of pelletkachel, zegt Theo de Groot van Atechpro, leverancier van bioketels. “Er is veel discussie over luchtvervuiling en subsidies die worden ingetrokken per 2020 voor de kachels. Dat geldt vanzelfsprekend niet voor de bioketel, want het betreft een compleet andere techniek. Een duurzame techniek ook; de bioketel is een erkende duurzame maatregel en wordt in BENG ook goed gewaardeerd om Nederland van het gas af te helpen.”
Warmtenetten en warmtepompen vormen straks de ruggengraat van de warmtevoorziening, zo stelt CE Delft in haar studie. Daarnaast constateert het milieuadviesbureau dat er een serieuze plek is weggelegd voor de bioketel in Nederland, voornamelijk in de buitengebieden. Er zijn veel gebieden in Nederland waar warmtenetten niet lonend zijn en de warmtepomp eigenlijk ook geen soelaas biedt. Oudere gebouwen upgraden naar de randvoorwaarden voor een warmtepomp kost een kapitaal. Hier blijkt de bioketel de beste optie voor duurzame warmte. Volgens de berekeningen van CE Delft zouden bioketels in 2050 tot zo’n 7% van de woningen, bedrijven en andere gebouwen verwarming en warm water kunnen leveren. Omgerekend naar huishoudens zou dat grofweg de hele provincie Utrecht betreffen ofwel een potentieel van 700.000 bioketels.
De bioketel werkt ongeveer hetzelfde als de cv-ketel, zegt Wiebe Detmar van ETA-Nederland, eveneens leverancier van bioketels. “In plaats van gas fungeert hout- en snoeiafval, veelal ook nog uit de regio, als brandstof. Omdat bioketels dezelfde leidingen en radiatoren als een cv-ketel gebruiken zijn ze eenvoudig aan te sluiten als vervanger. De nieuwste generatie bioketels leveren hoge rendementen die oplopen tot ver boven de 90% en dat tegen relatief lage kosten.” De Groot vult aan: “Daarbij is de uitstoot van fijnstof minimaal en tot wel honderd keer lager dan van een openhaard. Dat maakt dat de bioketel juist ook zo goed gewaardeerd wordt door BENG. Zorg er wel voor dat je de installatie aanschaft bij een professionele organisatie, die bij voorkeur aangesloten is bij de branchevereniging NBKL voor bioketels. Er lopen veel cowboys rond die het imago van de ketel geen goed doen,” waarschuwt de Groot.
De branchevereniging maakt zich sterk om de bioketel in een positief daglicht te zetten, ook bij de overheid. Zowel qua wet- en regelgeving, maar ook als het gaat om inspecties en subsidiemaatregelen. “Milieu-inspecteurs zouden kritischer te werk moeten gaan en slechte of slecht geïnstalleerde installaties direct stil moeten leggen. Dit zou het imago van de bioketel recht doen, want het is een prachtig alternatief voor de gasketel. En bovendien betaalbaar. De mogelijkheden zijn groot. Van individuele installaties tot grotere installaties om collectief – meestal via een mini warmtenet – zelfs hele buurten te voorzien van duurzame warmte.”
Voor meer informatie verwijzen wij u door naar Atechpro
Voor meer informatie verwijzen wij u door naar ETA-Nederland