Digital Meeting – Gezond en comfortabel binnenklimaat

Een gezond en comfortabel binnenklimaat moet het ultieme doel zijn voor iedere gebouweigenaar. Maar, is er wel voldoende aandacht voor? Wat zijn de grootste uitdagingen en mogelijke valkuilen? We gaan in gesprek met een aantal experts in de wereld van HVAC en discussiëren over het thema ‘binnenklimaat’.

Wat zijn de grootste uitdagingen en valkuilen om te komen tot een gezond en comfortabel binnenklimaat?

Het op elkaar afstemmen van de verschillende disciplines, klinkt het resoluut. Met andere woorden, voorkomen dat er spijtprojecten opgeleverd worden. Met het oog op de energietransitie, heeft beter isoleren ogenblikkelijk effect op de luchtkwaliteit. Isoleren betekent per definitie (beter) ventileren. Dat wordt in de praktijk nogal eens onderschat.

De installatietechniek moet volgens de experts ook klimaatadaptief zijn. Het klimaat verandert, de winters én zomers worden langzaam warmer. De koelvraag wordt groter, terwijl verwarmen juist steeds minder energie verlangt. Iedereen kan zich de tropische zomers van de afgelopen jaren nog wel herinneren, terwijl de Elfstedentocht niet echt meer op het netvlies ligt. Daar moet een installatie zoveel mogelijk op uitgelegd worden. In nieuwbouw zijn daar regels voor – al vragen die ook om updates – in bestaande situaties is dat niet het geval. Een installatie ontwerpen vraagt daarom vooral om gezond verstand, zodat ook bewoners op een comfortabele manier kunnen leven in een jaren 80-woning die is gerenoveerd.

Is er eigenlijk zicht op regelgeving voor de bestaande bouw? Een lastig onderwerp. Het gebouw moet immers voldoen aan de wet- en regelgeving die tijdens de bouw van kracht was. Verder heeft de overheid niet heel veel knoppen om aan te draaien als het gaat om bestaande bouw. Het enige instrument is de accijns op de gasprijs opschroeven, zodat mensen geen andere keuze hebben en wel maatregelen moeten nemen. Er zit wel een verschil tussen de aard van de opdrachtgever. Voor particulieren is inderdaad de accijns het enige instrument, voor VVE’s en woningbouwcorporaties, die in meerdere maten afhankelijk zijn van subsidies, gelden wel richtlijnen.

Een van de valkuilen is volgens de experts ook de discrepantie tussen een gezond binnenklimaat en een energiezuinige installatie. Het gaat niet altijd samen. Bovendien, het Bouwbesluit is absoluut de ondergrens. Je voldoet wel aan de regels, maar een instantie zoals het RIVM – door corona veelvuldig in het nieuws – zal niet heel vrolijk worden van het binnenklimaat. Met andere woorden, leg je uitgangspunten vast, adviseren de experts. Wil je een gezond binnenklimaat of een ‘oké binnenklimaat’ dat zo energiezuinig mogelijk is?

Met name op het laatste, energiebesparing, ligt vaak onterecht de nadruk. BENG zegt bijvoorbeeld niets over een gezond binnenklimaat. Het zegt alleen iets over hoeveel energie je mag gebruiken per vierkante meter en hoe deze wordt opgewekt. Het is volgens de experts dan ook niet voor niets dat de frisse school concepten in het leven zijn geroepen met hogere ventilatiedebieten. En dat ziekenhuizen en zorginstellingen hele andere normen en grenswaarden hebben in BENG dan een doorsnee woning of kantoorpand.

Er zit dus wel degelijk ook vanuit de overheid sturing naar een gezond binnenklimaat, alleen de vraag is, wat accepteer je als zijnde de ondergrens? Bij voorkeur niet het Bouwbesluit. We moeten leren om zo goed te gaan bouwen als we kunnen in plaats van zo slecht als we mogen, stellen de experts resoluut. En natuurlijk is in veel gevallen de prijs leidend, maar er wordt teveel gekeken naar de initiële investeringen in plaats van naar de totale kosten over de gehele levenscyclus, de TCO.

Het feit dat de initiële investering vaak leidend is heeft soms ook te maken dat degene die de installatie aanschaft niet de partij is die van het comfort mag gaan genieten en opdraait voor de kosten. Misschien moeten we volgens de experts wel kijken naar vormen van huurovereenkomsten waarbij een huurder eisen mag stellen aan de eigenaar van een gebouw ten aanzien van de installatie en een gezond binnenklimaat?

In hoeverre is er sprake van het integraal ontwerpen van installaties?

Het begint volgens de experts met de juiste uitvraag creëren in de markt. Er zijn heel veel verschillende wegen die naar Rome leiden. Elk project heeft zo zijn specifieke kenmerken en dat vraagt veelal om unieke oplossingen. Het is belangrijk om in ieder geval de opdrachtgever zo goed en eerlijk mogelijk te informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Hij zal uiteindelijk de juiste keuzes moeten maken. Op het gebied van informatievoorziening valt volgens de experts nog veel te winnen.

Het advies is om respect te hebben voor elkaars disciplines en niet alleen uit commercieel belang te opereren. Er ligt volgens de experts een gezamenlijk belang voor de branche en bouwpartners. Een comfortabel binnenklimaat raakt uiteraard ook het bouwkundige aspect. Ondanks dat de installatietechniek een steeds grotere hap neemt uit het totale budget, is de installatiebranche niet gewend en er zeker niet op ingericht om de coördinatieverantwoordelijkheid naar zich toe te trekken.

De verbindende factor van de aannemer qua communicatie en risicodragend aannemen wordt volgens de experts vaak onderschat. Neemt niet weg dat de installateur steeds belangrijker wordt voor de aannemer en ook meer te eisen heeft in het voortraject. Een kleine ruimte om alle techniek in te ‘verstoppen’, die vlieger gaat anno 2020 niet meer op. Ook architecten moeten zich daar meer bewust van zijn. Vaak botst de techniek met de esthetiek. Niet bevorderlijk voor het eindresultaat en het comfort.

De hele branche staat dus voor een uitdaging. Ingegraal ontwerpen en bouwen is cruciaal voor een succesvol eindresultaat. Je kan nog zo’n prachtig gebouw ontwerpen, maar echte schoonheid zit van binnen. Aan de schoonheid ben je vaak al binnen een maand gewend, van ‘discomfort’ heb je minstens vijftien jaar last. Dat moeten we als branche tussen de oren krijgen. Aan de andere kant, het zet de sector wel aan het denken en leidt ongetwijfeld tot innovaties in de toekomst.

Wat kunnen we nog verwachten aan innovaties voor een gezond en comfortabel binnenklimaat?

Over innovaties gesproken, wat kunnen we nog verwachten? De experts voorzien een grotere diversiteit aan energiebronnen, zoals waterstof, groengas en PV-installaties op alle mogelijke manieren. Het huidige aardgasverbruik omzetten naar waterstof is niet te doen. Een deel van de gasaansluitingen omzetten naar warmtenetten is een proces dat nu al loopt. Door het resterende deel met een hybride installatie op te lossen halveert het gasverbruik en dan is waterstof of biogas ineens wel realistisch om de komende dertig jaar aan te denken.

De experts verwachten bovendien veel innovatie op het gebied van marktbenadering. Momenteel is het nog zo dat zeker in de bestaande bouw pas aan de bel wordt getrokken bij problemen met bijvoorbeeld de cv-ketel. Wellicht kunnen ook makelaars op het moment dat van vastgoed wordt gewisseld, hypotheekverstrekkers of verzekeraars een rol spelen in de verduurzaming. Er gaat veel innovatie komen op dat vlak, verwachten de experts.

Het is inderdaad goed om te beginnen met isoleren, maar het is geen randvoorwaarde. Een warmtepomp in hybride vorm is een prima alternatief ook als een gebouw niet super geïsoleerd is. Opnieuw, het is een kwestie van de markt goed informeren en voorlichten. De bewustwording creëren wat energie met je portemonnee doet en wat slechte lucht met je gezondheid doet. Dan gaat men wellicht eerder het klimaatsysteem onder de loep nemen, ook als de ketel nog niet kapot is.

Performance garanderen

Als gevolg van een gebrek aan handjes en het teruglopen van kennis in de gehele sector, steken er steeds meer plug and play systemen de kop op. Een logische ontwikkeling, volgens de experts. Vandaag de dag is bijvoorbeeld 90% van alle luchtbehandelingssystemen voorzien van regeltechniek die koppelt met het gebouwbeheersysteem. Tien jaar geleden was dat ‘not done’. Datzelfde geldt voor de integratie of zelfs implementatie van een warmtepomp in de luchtbehandelingskast. Kortom, er worden steeds meer technieken in elkaar geschoven.

Dat vraagt opnieuw om optimale samenwerking en gebruik maken van wederzijdse expertise. Het komt volgens de experts nog te vaak voor dat componenten niet op elkaar zijn afgestemd of dat er in de exploitatiefase niet of nauwelijks naar een installatie wordt omgekeken. Installaties hollen daarmee achteruit qua performance. Veel fabrikanten zijn daarom overgegaan tot een all-in concept inclusief onderhoud en garantie. De experts zijn van mening dat de installatiesector deze verantwoordelijkheid branche breed moet nemen en naar zich toe moet trekken. Daarbij wordt de installatie voor een bepaalde periode beheerd en is de installateur/fabrikant ook gedurende deze periode verantwoordelijk voor prestaties, zowel energetisch als qua comfort.

Opdrachtgevers moeten volgens de experts het lef tonen om in een alliantie aan de slag te gaan, waarbij alle partijen één doel nastreven: komen tot een gezond en comfortabel binnenklimaat. Een installateur moet zich vooral niet schromen om een leverancier al in een vroeg stadium bij een project te betrekken. Die kennis en kunde komt absoluut ten gunste van het project.

 

Deelnemers:

Jan Denissen, Hoppenbrouwers

Harry van Veen, Horos

Koen Berkens, Ventilair

Harry Klein, Klein Comfort Techniek

Rick Bruins, Remeha

Martin Timmermans, Nijburg Industry Group

Jurgen Megens, Monarch