Duurzaam verwarmen

Installatie360-40

De steeds strengere wet- en regelgeving dwingt gebouweigenaren om het binnenklimaat op een meer duurzame manier in te richten. De installatiebranche staat voor een van de grootste uitdagingen in de geschiedenis. Samen met acht experts op het gebied van duurzaam verwarmen bespreken we aan tafel de trends, innovaties en de mogelijkheden op productniveau. Wat wordt mainstream en wat blijft niche? Ook heikele punten worden niet geschuwd, zoals certificeringen en de vraag of er wel voldoende gekwalificeerde installateurs zijn voor de installatie van warmtepompen?

Als we kijken naar trends op gebied van duurzaam verwarmen, zie ik een duidelijke groei in warmtepompen, zeker voor de woningbouw maar ook voor commerciële toepassingen, begint Ildert Burghout. “Die trend is bij nieuwbouw vrij eenvoudig te realiseren; bij het ontwerp kun je er al rekening mee houden. De grootste uitdaging zit in de bestaande bouw.” Ook Jeroen Peeters kan dat beamen, maar nuanceert het enigszins: “Ik merk dat er vooral vanuit de fabrikanten heel veel gepraat wordt over de overgang van een gasketel naar all electric, maar het landt nog niet echt bij installateurs. Vaak wordt nog ‘veilig’ voor een tussenoplossing gekozen, de hybride warmtepomp. Hoelang de overgang naar volledig all electric gaat duren, is onduidelijk. De hybride warmtepomp kan er absoluut een versnellende factor in hebben.” Ook Rob Spoelman ziet een warmtepomp met lage temperatuur verwarming als de oplossing om op een duurzame manier te verwarmen. “Een hybride warmtepomp is meer een tussenoplossing, zeker voor bestaande bouw. Naast de hybride warmtepomp zijn er in all electric drie subcategorieën; een water/water warmtepomp met grondboring, een lucht/water warmtepomp en een ventilatielucht/water warmtepomp. Die laatste is nog vrij nieuw voor Nederland, maar wel in opkomst. Afhankelijk van de situatie wordt een concept gekozen. Het meeste comfort, de meeste efficiëntie en in de zomer nog passief kunnen koelen, wordt bereikt met een water/water warmtepomp. Speelt het budget een iets grotere rol, dan is een lucht/water warmtepomp de geijkte keuze. En het voordeel van een ventilatielucht/water warmtepomp is dat er geen buitenunit aan te pas komt.”

Installatie360-31

Enorme boost
Volgens Jeroen Peeters mag er best vanuit de overheid strenger worden opgetreden. “Waarom niet bijvoorbeeld per 1 januari 2018 een gasaansluiting in alle nieuwbouw verbieden,” zegt hij stellig. “All electric systemen moeten meer gemeengoed worden om serieus stappen te kunnen maken op het gebied van duurzaam verwarmen.” Volgens Rob Spoelman is die maatregel misschien iets te zwart-wit. “De markt voor gasketels is nog altijd fors met meer dan 400.000 geplaatste ketels per jaar. Vorig jaar was echter voor het eerste een daling waarneembaar, terwijl de markt voor warmtepompen een enorme boost heeft doorgemaakt, voornamelijk te danken aan de populariteit van lucht-water warmtepompen. Een duurzame klimaatinstallatie is vaak een heel goed verkoopargument, vooral ook in de huursector. Wat we echter zien is dat de installateur en de bouwer nog niet zover zijn. Er moet nog veel kennisoverdracht plaatsvinden.” Bas Drost: “We moeten straks een keer van het gas af, dat is duidelijk. Een huis dat nu nieuw wordt gebouwd met een gasketel, hoe courant is dat straks nog? Er is voor ons, fabrikant van duurzame klimaatsystemen, een belangrijke rol weggelegd om dat te ventileren richting bouwers. Ze kunnen voor een goedkope(re) gasketel kiezen, maar een all electric woning zal je straks veel eenvoudiger verkopen dan een woning met een gasketel erin.” Elbert Stoffer vult aan: “Als je inderdaad weet wat er nodig is om in een bestaande woning een warmtepomp te plaatsen en je bouwt nu een nieuwbouw woning met gasketel en (deels) hoge temperatuur afgifte, wetende dat een warmtepomp de toekomst is, dan bouw je feitelijk een incourante woning.” Ildert Burghout: “Dat begint natuurlijk al met het creëren van een technische ruimte in de woning die al voorbereid is om straks naar de toekomst ruimte te bieden aan een warmtepomp of andere duurzame oplossingen. Tot op heden is de techniek nog steeds onderbelicht. Het kost alleen maar m2 en dus levert dat niks op, is de gedachte.” Dat is toch niet altijd het geval, meent Elbert Stoffer. “Steeds meer bouwers en ontwikkelaars ontfermen zich over een optimale TCO in plaats van uitsluitend op de geïnstalleerde prijs, omdat ze – vanwege de nieuwe contractvormen – op dat vlak ook verplichtingen aangaan en samen beloftes doen over het energieverbruik voor een bepaalde periode. Dan is het zaak de totale installatie in ogenschouw te nemen; dus niet alleen selecteren op prijs, maar vooral op kwaliteit en energetisch presteren.”

Installatie360-34

Centrale systemen
Zoals Ildert Burhout al aankaartte vormt de overgang van een gasketel naar een duurzame installatie in bestaande bouw de grootste uitdaging de komende jaren. “Een lucht/water warmtepomp aan de gevel hangen of een bronsysteem maken, is relatief eenvoudig te realiseren, maar in bestaande bouw heb je ook te maken met een afgiftesysteem dat niet geschikt is voor lage temperatuur verwarming,” zegt Bas Drost terecht. “Bestaande radiatoren zijn niet geschikt en de leidingdiameters zijn er niet op berekend. De doelstelling van Amsterdam om in 2030 het gas uit te bannen, is een serieuze uitdaging. Zeker als je bedenkt dat er vanwege het beschermd stadsgezicht bijvoorbeeld geen lucht/water warmtepomp aan de gevel mag hangen. Ook daarin zal dus zeker wat moeten gebeuren.” In bestaande bouw is het overigens prima mogelijk om met een vloeropbouw van slechts 2 centimeter een laag temperatuur afgiftesysteem te installeren, zegt Hans Steenbeek. Volgens Ruud van Dissel is het voor bestaande bouw, zeker in dichtbevolkte gebieden, zinvoller om te denken in centrale systemen. Ook Rob Spoelman ziet daarin meer kansen. “In de dutch heat pump association (DHPA) voeren we deze discussie regelmatig. Als Nederland van het gas afgaat, zullen er in dichtbevolkte gebieden zoals in de Randstad warmtenetten gaan ontstaan als concurrent van de warmtepomp. Ik denk dat beide oplossingen in de toekomst naast elkaar kunnen bestaan.”

Elbert Stoffer: “Met grondgebonden systemen kun je al kleinere collectieven maken, ook in bestaande gebouwen. Vaak is dat kostentechnisch efficiënter dan separate systemen, dit nog los van alle energetische uitdagingen veroorzaakt door warmte-uitwisseling tussen woningen binnen de schil.” Ruud van Dissel: “In een bestaande situatie ben je sterk afhankelijk van de omgeving. Vooral in steden lopen de verschillende gebouwfuncties (wonen, werken, retail, et cetera) door elkaar heen. Als ook daar de gasleiding verdwijnt, zal je wel moeten denken in centrale systemen met een onderlinge uitwisseling tussen warmte en koude. Het probleem is dat een warmtepomp meer een containerbegrip is geworden. Er zijn gigantisch veel mogelijkheden; elektrisch, gas gestookt al dan niet met allerlei toeters en bellen.” Een gas gestookte oplossing is inmiddels toch wel achterhaald, meent Rob Spoelman. Ruud van Dissel: “Er is veel ontwikkeling in biogas oplossingen. We mogen er niet zomaar vanuit gaan dat de wereld elektrisch, zonnepanelen en windgedreven wordt. Ook voor een biogasoplossing zijn er zeer zeker mogelijkheden weggelegd in de toekomst.”

Installatie360-38

Kundigheid installateur

Leuk en aardig al die nieuwe technieken, maar Ildert Burghout maakt zich oprecht zorgen over de kundigheid van de installateur. “Het grootste probleem op dit moment is dat de installateur het niet kan bijbenen. Niet zozeer qua techniek, maar de aandacht die hij moet geven aan de inbedrijfstelling; het goed opleveren van de installatie. Bij een cv-ketel is het vaak een kwestie van ophangen, stekker insteken, gaskraan openen, en snel wegrennen. Misschien een beetje gechargeerd, maar zo gaat het vaak wel. En als er dan 10 of 20% meer gas verbruikt wordt, ziet dat niemand, en niemand klaagt er ook over. Maar als er een warmtepomp in de woning staat en het stroomverbruik is 10 of 20% hoger dan vooraf gecommuniceerd, dan trekt men wel aan de bel. Een warmtepomp is nu eenmaal iets kritischer in de afstelling. Aandacht voor installatiewerk is hard noodzakelijk.” Sacha van Dooremalen kan dat bevestigen: “In 90 tot 95% van de gevallen wordt een cv-installatie niet eens ingeregeld. Het is inderdaad een kwestie van ophangen en inschakelen. Hij wordt toch warm, dan is het toch goed.” Sterker nog, als je hem verkeerdom aansluit doet de ketel het ook gewoon, vult Hans Steenbeek aan. Sacha van Dooremalen: “Iedereen aanvaardt de meerkosten in stoken. Maar als het een warmtepomp betreft, dan trekt men inderdaad direct aan de bel. De grootste uitdaging is de kwaliteit van de installatie garanderen.”

BRL
Elbert Stoffer: “Veel installateurs kiezen nog altijd voor het makkelijke geld; veel cv-ketels ophangen. En dat begrijp ik enerzijds wel; er is genoeg aanbod en vraag naar.” Rob Spoelman: “Van alle installateurs in Nederland is er slechts een klein percentage in staat om een warmtepomp te installeren. Dat is te wijten aan gebrek aan opleiding, vaak door tijdsgebrek, maar ook aan de wet- en regelgeving. Ik wil de BRL richtlijn niet ter discussie stellen, maar het is wel een belemmering voor installateurs om grondgebonden warmtepomp systemen te installeren. Zij adviseren hun klanten dan eerder een gasketel of misschien een lucht/water warmtepomp, maar een grondgebonden systemen absoluut niet.” Bas Drost: “Uiteindelijk komt de BRL wel ten goede aan de kwaliteit. Door de BRL wordt erop toegezien dat systemen goed zijn. Het feit dat de lucht/water warmtepomp nu zo’n enorme groei doormaakt is ook te danken aan de BRL.” Toch mis ik een stukje betrokkenheid vanuit de brancheorganisatie, vindt Rob Spoelman. “Vanuit de industrie wordt er alles aan gedaan om installateurs op te leiden en te trainen, maar ik vind het ook een taak en verantwoordelijkheid voor de installatiebranche zelf, zoals Uneto-VNI. Die verantwoording moet niet alleen bij fabrikanten liggen.” Jeroen Peeters: “De installatiebranche is daar inderdaad nog veel te laconiek over. Het mes moet aan twee kanten snijden. De markt voor warmtepompen is in 2016 fors gegroeid, de noodzaak bij installateurs komt vanzelf, anders gaan ze de boot missen.”

Installatie360-35

Snelgroeiende markt
Over certificering gesproken. Ildert Burghout: “Zolang je een gasketel zonder enige certificering mag ophangen, accepteren we dus eigenlijk gemiddeld vijftien sterfgevallen per jaar. Dat is toch te gek voor woorden.” Rob Spoelman: “Er wordt gelukkig ook voor cv-ketels gewerkt aan een certificering die straks verplicht is bij het ophangen van een gasketel.” Sacha van Dooremalen: “Laten we met elkaar niet dezelfde fout maken bij de installatie van warmtepompen, zoals in het verleden met ventilatiesystemen. Dat is uiteindelijk wel het risico dat je loopt als installateurs voor het snelle geld gaan en kwaliteit ondergeschikt maken.” Hans Steenbeek: “Jaren geleden moesten we de Waarborg certificering halen, nu is het weer de BRL. Elke keer worden installateurs met een drempel geconfronteerd.” Elbert Stoffer: “Zie je het als een belemmering of juist als kans om je te differentiëren als installateur?” Rob Spoelman is het daar ook mee eens en zegt: “Een installateur voor een cv-ketel vind je op iedere hoek, die voor een warmtepomp niet. Er ligt een mooie kans voor de installatiebranche om op de trein van die snelgroeiende markt te springen. Zorgen dat je BRL gecertificeerd wordt en de kennis en kunde in huis hebt om de warmtepomp ook te installeren.”

Installatie360-36

Totaalconcepten
Rob Spoelman constateert dat er steeds meer partijen opstaan die totaalconcepten aanbieden. “Niet alleen de levering en installatie van de warmtepomp, ook de grondboring, het afgiftesysteem, de ventilatie. Dat moet natuurlijk allemaal op elkaar afgestemd worden. En dat komt bij een warmtepomp iets kritischer dan bij een cv-ketel met hoog vermogen.” Vergeet daarbij zeker de schil niet in bestaande bouw, vult Bas Drost aan. “We kunnen de allerbeste techniek neerzetten en hele mooie samenwerkingsverbanden met elkaar aangaan, maar als de schil te wensen overlaat, heeft een duurzaam systeem weinig nut.” Rob Spoelman: Inderdaad, het gaat om de Trias Energetica; bij het verduurzamen van bestaande bouw zal je eerst moeten investeren in het isoleren van de schil. Vaak zijn dat investeringen waar een particulier niet zo makkelijk overheen stapt. In Duitsland zijn er mooie initiatieven waarbij particulieren een energiehypotheek kunnen afsluiten om tegen een lage rente hun woning te verduurzamen.” Elbert Stoffer: “Ook in ons land ontstaan diverse initiatieven op dat vlak. Het is aan de markt om die uitdagingen te tackelen.”

Kwaliteit afgiftesysteem
Het functioneren van een warmtepomp valt of staat met een kwalitatief hoogwaardig afgiftesysteem. “Sacha van Dooremalen: “Er zijn allerlei kwaliteiten aan afgiftesystemen op de markt, waaronder ook vele dubieuze aanbieders van vloerverwarmingsbuizen van bedenkelijke kwaliteit. Ik vind dat fabrikanten en distributeurs van warmtepompen een statement zouden moeten maken om het rendement te kunnen garanderen. Zij hebben ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Er zijn verschillende fabrikanten op de Nederlandse markt die een hoge kwaliteit kunnen leveren. Door een statement te maken zou je partijen die bedenkelijke kwaliteit leveren kunnen uitschakelen.” Bas Drost: “Als het afgiftesysteem inderdaad niet goed is, kan je de allerbeste warmtepomp installeren, maar het beoogde rendement wordt dan niet behaald.” Sacha van Dooremalen vult aan: Ik kom nog altijd mensen tegen die voor een paar dubbeltjes per meter denken een kwaliteitssysteem te kopen. Grote kans dat al binnen enkele jaren zuurstofdiffusie of vervuiling optreedt, en dan heb je een groot probleem.” Jeroen Peeters: “Als branche is er alles aangelegen om goede installaties in de markt aan te bieden en niet te stunten met de kwaliteit van systemen. Tevreden eindklanten worden bovendien ambassadeurs. Vanuit de DHPA wordt dat heel erg gestimuleerd.” Elbert Stoffer: “Als er sprake is van constructies waar instandhoudingsverplichtingen worden aangegaan, zie je dat fabrikanten vaak naar voren schuiven in de keten, en vaak ook een iets andere positie hebben bij realisatie, veelal in bouwteamverband. Dan wordt de installateur aangestuurd in plaats van dat de installateur tegen de laagste prijs producten inkoopt. Overigens zie ik een tweedeling in de installatiemarkt, vergelijkbaar met de bouw. Je hebt traditionele partijen in de keten en installateurs die zaken anders gaan doen en die conceptmatig denken.”

Sexy
Ruud van Dissel: “De combinatie aan technieken in de warmtepomp maakt dat de installateur breder gespecialiseerd moet zijn dan bij de installatie van een cv-ketel. Denk aan specialisaties in meet- en regeltechniek, besturingstechniek, verwarmingstechniek, koudetechniek, hydraulische systemen, wet- en regelgeving, et cetera. Kortom, we verwachten veel van de installateur.” Elbert Stoffer trekt een vergelijking met de uitdagingen waar de autobranche jaren geleden voor stond. “Het barstte overal van de sleutelaars, maar ook die groep is flink gekrompen omdat aan een moderne auto weinig te knutselen valt. Dat zie je nu ook gebeuren in de installatiebranche. Nogmaals, het is een kans voor installateurs om zichzelf te differentiëren. Neemt niet weg dat het steeds moeilijker wordt in onze branche om aan technisch personeel te komen. Ook voor fabrikanten aan de innovatiekant, overigens.” Sacha van Dooremalen: “Het zijn de nieuwe advocaten en accountants van vandaag.” Als je hoort wat de aanwas is aan nieuwe mensen, dat is gewoon bedroevend, bevestigt Bas Drost. “We zien nu al aan de voorkant het probleem ontstaan waar wij straks als branche mee te maken krijgen. Binnen nu en pakweg vijf jaar zijn er duizenden technici tekort als handjes op de vloer.” Dat komt volgens Sacha van Doormalen omdat men al een paar jaar niet de verantwoordelijkheid neemt. “Ouders stimuleren bovendien hun kinderen om advocaat of accountant te worden, maar deze beroepen zijn over een jaar of twintig uitgestorven; de ICT neemt het over. In de techniek is juist het grote geld te verdienen. We moeten het beroep van monteur weer sexy maken.”

Installatie360-33

De installatiemarkt staat de komende jaren voor enorme uitdagingen in de transitie naar duurzaam verwarmen. De experts aan tafel zijn er volgens eigen zeggen klaar voor. Rob Spoelman is blij dat in 2020 de BENG norm gehanteerd gaat worden, zeker naar duurzaamheid toe. “Een paar jaar geleden hield men het niet voor mogelijk om de EPC norm van 0.4 te halen zonder een warmtepomp te installeren. Intussen zijn we erachter gekomen dat het gewoon met een cv ketel met wat pv panelen of een gebalanceerd ventilatiesystemen of een douche wtw opgelost kan worden.” Jeroen Peeters: “Je merkt inderdaad dat we in een transitie verkeren, waarbij nu hybride warmtepompen als voorgerecht dienen naar all electric.” Elbert Stoffer: “De partijen die nu een toekomstbestendige woning bouwen met als norm EPC 0,4 of EPC 0, zie je regelmatig doorpakken naar Nul-Op-De-Meter. De transitie naar duurzaam verwarmen komt echt wel op gang.”