
We staan met z’n allen voor een enorme uitdaging: klimaatneutraal in 2050. Wat betekent dat voor onze gebouwde omgeving en met name de klimaatsystemen? Reden voor Installatie360 om een Digital Meeting te organiseren rond het onderwerp Duurzaam Verwarmen. Samen met een aantal experts bespraken we de uitdagingen. Over één ding zijn de experts het alvast eens: de uitdaging waar we voor staan is vergelijkbaar met die van de Deltawerken.
Wat zijn op dit moment de beste alternatieven voor verwarmen op gas?
Op de eerste plaats is de stelling volgens de experts wat ongelukkig gekozen. Het doel moet niet zijn een alternatief te zoeken voor het verwarmen op gas, maar een alternatief voor de uitstoot van CO2. Dat is de gezamenlijke opdracht waarvoor we staan met z’n allen. Er is niet één alternatief dat het beste is. Het is een genuanceerd verhaal en afhankelijk van vele factoren, zoals het bouwjaar van een woning of gebouw maar ook de locatie en de ligging ervan.
Van gas los is volgens de experts vooral een stip aan de horizon. De manier waarop we dat doel bereiken, is nog niet uitgekristalliseerd. Het stimuleert in ieder geval de innovatie. Voor nieuwbouw en alles wat na het jaar 2000 gebouwd is, blijkt de warmtepomp een ideale kandidaat, omdat woningen vaak al goed geïsoleerd zijn en met lage temperatuurverwarming zijn uitgerust. Al zal je in concessiegebieden ook de warmtenetten in overweging moeten nemen. Het voordeel van de warmtepomp is natuurlijk dat je de elektriciteit in veel gevallen zelf kunt compenseren met PV-panelen.
De grootste uitdaging zit echter in alles wat vóór de eeuwwisseling gebouwd is of in ieder geval vóór 1990. Het is belangrijk om in die gevallen eerst de thema’s ventilatie en isolatie aan te pakken om zo de energiebehoefte te reduceren. De doelstelling moet niet sec zijn om van het gas af te gaan. Dat lukt zelfs vaak niet eens. Nee, begin met het reduceren van de warmtevraag. Mits er iets aan de warmtevraag is gebeurd, kan een hybride oplossing tot een aanzienlijke CO2-reductie leiden. Bedenk wel dat de aanvoertemperatuur onder de 60 graden Celsius moet liggen, anders is de CO2-reductie erg beperkt.
De gasnetten zijn nog lang niet afgeschreven en hebben we volgens de experts de komende tijd nog hard nodig om de energietransitie door te maken. En als tegen die tijd neutrale (lees: groene) gassoorten beschikbaar komen, hoeven we er überhaupt geen afscheid van te nemen. Voor goed geïsoleerde woningen en kleine appartementsgebouwen met een beperkte warmtevraag kan infraroodverwarming als functioneel hoofdverwarmingssysteem ook een geschikte optie zijn. Net als bij de warmtepomp bij voorkeur in combinatie met PV-panelen.
Kortom, op dit moment zijn er veel technieken beschikbaar om stappen te maken en echt aan CO2-besparing te gaan doen. Bij bestaande installaties is er vaak ook nog ruimte voor verbetering en zijn er soms wel tientallen procenten te winnen door HR-ketels op condenserend gebied beter in te regelen.
Is gas eigenlijk wel zo slecht?
Nee, klinkt het resoluut. Opnieuw, we zijn in Nederland het doel en de middelen door elkaar aan het halen. Het doel moet zijn: CO2-reductie. Stoppen met aardgas is een middel. Als we verder gaan elektrificeren met als gevolg dat de CO2-uitstoot aan de bron hoger is dan die van aardgas, zijn we verkeerd bezig. De kreet Van Gas Los zorgt in sommige gevallen ook voor een ‘lockdown’. De investeringsuitdaging is dusdanig hoog dat men ‘verkrampt’ en er dus niks gebeurt. Zonde, menen de experts.
Terug naar de vraag, in veel van onze buurlanden gaan ze juist over op aardgas. Ze omarmen aardgas als een groene brandstof omdat ze veelal afstappen van stookolie. We mogen de verschillende landen ook niet over één kam scheren. De kosten en beschikbaarheid van utilities verschillen per land. Frankrijk is bijvoorbeeld bij uitstek een elektriciteitsland en vertrouwt van oudsher op kernenergie, terwijl Duitsland en België subsidie verstrekken voor de transitie van stookolie naar aardgas.
Nederland kán volgens de experts nog niet volledig van gas los. We hebben bij lange na niet de capaciteit om de elektra ervoor op te wekken. We zouden maar liefst vijf kerncentrales moeten bouwen om aan de behoefte te voldoen. De 195 landen die zich aan het Klimaatakkoord hebben geconformeerd, streven uiteindelijk naar hetzelfde doel: 55% CO2-reductie in 2030 en klimaatneutraal in 2050. De landen om ons heen krijgen dus na 2030 een grotere uitdaging voor hun kiezen, luidt de conclusie van de experts.
In media lezen we veel berichten over de hoge (investerings)kosten van een warmtepomp. Kunnen we dat pareren?
Je zal per situatie moeten bekijken of een warmtepomp rendabel is of dat misschien een alternatief een betere oplossing biedt. Het verhaal moet eerlijk worden verteld, vinden de experts. Maar ze pleiten er wel voor om niet alle kosten aan de warmtepomp toe te rekenen, zoals kosten voor woningverbetering (lees: comfortverbetering). We moeten opletten dat we niet alle kosten op een hoop gooien. Bovendien is het verstandig om veel meer te kijken naar de Total Cost of Ownership (TCO). Wat worden straks de maandlasten?
De experts zijn ervan overtuigd dat de prijs van een warmtepomp ook een heel stuk zal dalen naarmate de aantallen toenemen. Het is vandaag de dag nog altijd een nicheproduct. Soms hoor je inderdaad exorbitante bedragen, weten ook de experts. Het zijn echter excessen die helaas wel een rem zetten op de ontwikkeling en transitie. In veel gevallen is echt wel een realistische case te maken waarbij je zelfs met type 22 radiatoren uit de voeten kan in combinatie met bijvoorbeeld een hybride warmtepomp. Je kunt dus ook met relatief beperkte ingrepen al flinke stappen maken.
En wat is duur? Een keuken mag gerust 30.000 euro kosten. Over terugverdientijd wordt vervolgens met geen woord gerept. Maar praten we over installaties, dan mag het niet te veel kosten. Eigenlijk heel vreemd, stellen de experts. Want juist met installaties kun je het verschil maken als het gaat om comfort, gezondheid én duurzaamheid. We hebben met de hele keten van adviseurs, installateurs, fabrikanten, aannemers, maar ook bewoners en gebouwgebruikers nog een hele slag te maken. We hebben namelijk een maatschappelijk probleem. We moeten de CO2-uitstoot verlagen om de aarde minder zwaar te belasten.
De uitdaging waar we voor staan met z’n allen is vergelijkbaar met die van de Deltawerken. Is het dan reëel om te verlangen dat deze transitie gratis moet gebeuren? Wat is het alternatief? Wat als we niks doen? Wat zijn dan de kosten en gevolgen voor het milieu?
Wat is jullie visie op warmtenetten?
Warmtenetten kunnen een deel van de oplossing zijn in gebieden waar restbronnen aanwezig zijn. Het zal altijd een lokale oplossing zijn. De experts geloven niet zozeer in grootschalige netten, op misschien enkele grote steden na. Kleinere collectieve netten gekoppeld aan een WKO-installatie, waarbij ook nog eens oppervlaktewater gebruikt kan worden, bieden best wel wat mogelijkheden. Ook hier geldt weer dat het een mix zal zijn van wat er beschikbaar is lokaal. Het is niet zwart of wit, maar het zijn vijftig tinten grijs.
Bestaande hoog-temperatuur warmtenetten zijn volgens de experts vooral interessant voor het verduurzamen van bestaande bouw en niet zozeer voor nieuwbouw met een veel lagere warmtevraag. Neemt niet weg dat je ook voor bestaande wijken altijd kritisch moet kijken naar de toegevoegde waarde en naar de totale CO2-uitstoot voor wat betreft de hele keten van het opwekken van warmte. En niet te vergeten naar de maatschappelijke kosten. De hoeveelheid subsidie die de BV Nederland in dergelijke systemen investeert, roept soms twijfels op of het inderdaad in the end wel het beste alternatief is.
Probeer in ieder geval lokaal te blijven en ga warmte niet over lange afstanden transporteren om te voorkomen dat je het opnieuw moet opwarmen. De toekomst voor warmtenetten ligt dus vooral in kleinere decentrale netten, gericht op een wijk. De oude en grotere modellen blijken volgens de experts niet levensvatbaar voor de lange termijn.
Eind dit jaar dienen gemeenten hun transitievisie warmte gereed te hebben. Hebben zij genoeg kennis om dit in goede banen te leiden?
Nee, absoluut niet, klinkt het unaniem. Kennis schiet aan alle kanten tekort, maar neemt wel snel toe. Daar waar voorheen nog geen halve fte aan duurzaamheid werd besteed, zien de experts dat ook kleinere gemeenten serieus werk aan het maken zijn van de transitievisie warmte. Vaak wordt kennis ook ‘ingekocht’; detacheringen zijn aan de orde van de dag. Een positieve ontwikkeling.
De experts pleiten ervoor om aan de voorkant zoveel mogelijk kennis uit markt erbij te betrekken en niet pas als de uitvoeringsplannen klaar zijn. Zeker omdat de installatietechniek een heel groot onderdeel gaat zijn van de energietransitie. Er zit een hoop kennis bij installatiebedrijven die bovendien ook nog eens dagelijks achter de voordeur komen. Ze weten wat er speelt, ook op sociaal gebied. Door te weten waar gemeentes mee bezig zijn, kunnen installatiebedrijven vroegtijdig anticiperen en tijdig opleiden en opschalen.
We staren ons als ‘vakidioten’ blind op de verduurzaming van de gebouwde omgeving, maar moeten niet vergeten dat gemeentes nog een heleboel andere maatschappelijke thema’s te verhapstukken hebben. Alle begrip voor het feit dat ze soms ook keuzes moeten maken, erkennen de experts. Tegelijk neemt de aandacht wel toe en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Dat maakt dat we met elkaar de komende dertig jaar nog hele leuke stappen kunnen maken. En daarna zeker ook….
Conclusie: een mix van concepten
Zoals gezegd, zien de experts de toekomst van duurzaam verwarmen in een mix van systemen en oplossingen. Er is niet één oplossing aan te wijzen die geschikt is voor alle toepassingen. Conclusie is wel: wacht niet langer, maar begin vandaag al met prioriteiten stellen. Start met het laaghangend fruit en ga stap voor stap verder. Er is geen weg meer terug.
Deelnemers:
Kemkens – Twan van Grinsven
Breman – Mark Sprenkels
DWA adviesbureau – Martijn Koop